Posts tonen met het label kunstbeoefening. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kunstbeoefening. Alle posts tonen

vrijdag 21 juni 2013

Zou u zich welkom voelen?

Deze keer een bijdrage van gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

Koot en Bie maakten op onvergetelijke wijze school met hun 'oudere jongere', de oudere die weigert zich oud te voelen. Met mijn 59 jaar omschrijf ik mezelf als een 'jongere oudere'. En eentje die van dans houdt. Van moderne dans. Om naar te kijken, maar vooral ook om zelf te doen.

Ik moet er niet aan denken lid te worden van een ouderenclubje. Maar soms kan het niet anders. Al enkele jaren zoek ik naar een cursus moderne dans die is afgestemd op mijn energieniveau en mijn souplesse, want tussen twintigjarigen wil ik geen moderne danslessen meer volgen. Mijn benen komen niet meer zo hoog.

Een speciale cursus dus, maar in Amsterdam vind ik die niet. Logisch, want docenten zijn opgeleid om les te geven aan kleuters, pubers en jongeren. De SKVR in Rotterdam biedt speciale danslessen aan voor 50-plussers, maar dat is uitzonderlijk. Het algemene beeld is: jong, jonger, jongst.

De didactiek van lesgeven aan ouderen komt op docentenopleidingen, van welke discipline dan ook, nauwelijks aan bod. Studenten blijken ook maar mondjesmaat bereid om stage te lopen met ouderen. En neem de manier waarop de meeste dansscholen zich profileren via hun website. Met foto's van kleuters en achttienjarige meisjes in strakke balletkostuums. Voelt u zich dan, als 50-plusser, nog welkom?

Vreemd, eigenlijk. In 2015 zijn drie miljoen Nederlanders 65 jaar of ouder. Ouderen zijn de markt. Schrijfdocenten spelen met cursussen in het schrijven van levensverhalen wél enorm in op die vergrijzing. Professionals uit andere kunstdisciplines laten hier enorme kansen liggen!

Gelukkig is er verandering op til. Dinsdag was ik bij de ondertekening van het convenant 'Ouderen en cultuur' door de ministeries van OCW en VWS, dat de start vormt van het meerjarenprogramma 'Lang leve kunst'. Het LKCA is mede-initiatiefnemer. Het gaat om de bevordering van de cultuurparticipatie van 65-plussers. Eén doel is de verruiming van het kunstzinnige aanbod voor ouderen. Cursusaanbieders zouden (een deel van) hun lessen kunnen aanpassen aan deze groeiende doelgroep. Muziekscholen en creativiteitscentra kunnen ook 's morgens lessen verzorgen, en niet alleen op tijden dat het scholieren uitkomt. En kunstdocenten kunnen beter worden opgeleid in het lesgeven aan ouderen, want die leren nu eenmaal anders.

En dan kan deze jongere oudere zich misschien, over 6 jaar, eindelijk eens inschrijven voor een cursus moderne dans.

Bent u opgeleid om les te geven aan ouderen? En houdt u in uw kunstzinnige en educatieve aanbod rekening met de wensen en behoeftes 65-plussers? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit ‘cursusaanbod-op-leeftijd’ groeit? Deel uw ideeën in het netwerk Amateurkunst of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Wies Rosenboom is hoofd Amateurkunst en lid van de Raad van Bestuur (a.i.) van het LKCA

vrijdag 24 mei 2013

Culturele speelveldjes en andere burgerinitiatieven

Deze keer een bijdrage van gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

Je hoeft geen cynicus te zijn om te zien dat bestuurders er de afgelopen decennia soms een potje van maakten. Kijk naar de Amarantis Onderwijsgroep, die door wanbestuur ten onder ging. Of naar de crisis waarin de financiële sector ons heeft gestort. Is het hierdoor ontstane wantrouwen jegens bestuurders en instanties er misschien de oorzaak van dat steeds vaker gesproken wordt van civil society? Dat burgerinitiatieven 'van onderop' steeds belangrijker worden, en dat beleidsmaatregelen 'van bovenaf' op steeds meer weerstand stuiten?

Het komt in deze tijd goed uit dat burgers zelf initiatieven ontplooien om cultuur op de kaart te zetten. In een maatschappij waar de bevolking steeds hoger opgeleid is en waar mensen elkaar steeds gemakkelijker vinden via de sociale media, ontstaan kansen voor mensen die het zèlf willen regelen, binnen hun wijk, buurt of stad. Ook binnen de amateurkunst en de cultuureducatiesector zijn hier voorbeelden van.

In de Rotterdamse wijk Katendrecht werd door buurtbewoners een sloopschip omgevormd tot speelplek en buitenpodium. In Amsterdam ontstond Vrijburcht, een wooncomplex met een door vrijwilligers gerund theater. Deze burgers namen zelf het initiatief en stelden zich niet afhankelijk op van derden. Maar dat betekent niet dat de overheid een vrijbrief heeft om zich terug te trekken. Faciliteren en ondersteunen blijft naar mijn mening een overheidstaak. Het door OCW bekostigde Fonds voor Cultuurparticipatie geeft het goede voorbeeld met het digitale platform Jij maakt het mee; een interessante poging om nieuwe initiatieven op constructieve wijze te voorzien van advies, en aldus te versterken.

Vorige week woensdag vond in Utrecht de conferentie Kunst Versterkt plaats, georganiseerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie en het LKCA. De bijeenkomst stond in het teken van de maatschappelijke waarde van actieve kunstbeoefening en toonde een aantal succesvolle sectoroverschrijdende initiatieven. Speciale gast was minister Bussemaker. Zij bleek vooral gecharmeerd van onverwachte verbindingen die tijdens presentaties in beeld kwamen, zoals die tussen voetbalvereniging MVV en de Nederlandse Dansdagen.

Wies Rosenboom, hoofd Amateurkunst LKCA

Het lijkt erop alsof juist in deze tijd burgers zelf initiatieven ontplooien om cultuur op de kaart te zetten. Kent u particuliere initiatieven van burgers, bedoeld om de buurt, de wijk of de stad een culturele impuls te geven, of kent u mooie voorbeelden van verbindingen tussen sectoren? We lezen er graag meer over op LinkedIn in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.

vrijdag 17 mei 2013

Buitenschoolse kunsteducatie > eenmaal weg, blijft weg!

'Bei Mir Bistu Shein' klonk het speels in het Haagse Koorenhuis. Twee leerlingen op viool, begeleid door piano, ontvingen ons muzikaal voor het gesprek met Jet Bussemaker over een toekomstbestendige infrastructuur voor de kunsteducatie. Het was een van de vele gesprekken die zij voert om haar beleidsbrief over cultuur nader vorm te geven en haar ideeën te toetsen.

Met het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit ligt er de komende jaren bij de drie overheden veel beleidsnadruk op cultuuronderwijs op de basisschool. Het programma vraagt om samenwerking tussen scholen en de buitenschools werkende culturele instellingen, zoals professionele kunstinstellingen, centra voor de kunsten en jeugdtheaterscholen. Om de brug te slaan tussen school en instelling zijn icc'ers en cultuurcoaches van groot belang. De deelnemers hielden dan ook een pleidooi voor het verruimen van het aantal cultuurcoaches en riepen op zeker niet te bezuinigen op deze functie. Dat sprak Bussemaker wel aan, omdat zij als staatssecretaris zes jaar geleden aan de wieg ervan stond.

Gesubsidieerde instellingen zoals centra voor de kunsten zijn de afgelopen tijd in zeer zwaar weer beland. Veel gemeenten bezuinigen op deze instituties; in sommige gemeenten is de subsidie zelfs beëindigd. Talentontwikkeling in de kunsten van kinderen en jongeren in de vrije tijd wordt in veel gevallen nog wel gesubsidieerd, maar de vorm daarvan verschilt nogal. En voor cursussen voor volwassenen is de trend dat ze kostendekkend moeten zijn .  

Gemeenten als Veghel en Den Haag bezuinigen niet op cultuureducatie, zo vertelden beide wethouders in het Koorenhuis, maar voor kunstbeoefening in de vrije tijd ligt het anders. Volgens branchevereniging Kunstconnectie bedraagt de bezuiniging alleen al op de centra voor de kunsten in 2013 ca. 20% (€ 16 miljoen), tot 2015 loopt dat op tot 25% (€ 20 miljoen). Adviseurs van BMC wezen al op de bezuinigingen op cultuur door de decentralisatie van verzorgingstaken van de rijksoverheid naar gemeenten. Financiële risico's die laatstgenoemde taken met zich meebrengen dwingen gemeenten om op de cultuurbegroting te bezuinigen.

Op de vraag van de minister wat zij voor buitenschoolse kunsteducatie zou moeten doen, antwoordden de deelnemers: elke overheid moet blijven toezien op een lokale infrastructuur voor kunstbeoefening waarin iedereen naast en na school de mogelijkheid houdt om zijn talent verder te ontwikkelen en te verdiepen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld ruimtes en andere faciliteiten beschikbaar stellen om kunstbeoefening in de vrije tijd te stimuleren. Want wat je nu in de culturele infrastructuur wegbezuinigt, komt nooit meer terug – in welke vorm dan ook!

Wat vindt u dat minister Bussemaker zou kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige infrastructuur voor kunsteducatie? Ik lees uw antwoorden graag op linkedin in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.

vrijdag 19 april 2013

Jet Bussemaker = kwaliteit cultuureducatie = ontwikkeling creatieve vaardigheden

Minister Bussemaker stuurt nog vóór de zomer een brief aan de Tweede Kamer over haar visie op het cultuurbeleid. Als voorbereiding op deze brief voert de minister verscheidene rondetafelgesprekken met het veld over allerhande thema's. Zo is op 25 april een gesprek gepland over cultuureducatie. De minister gaat hierover in Rotterdam in gesprek met ondernemers en docenten. Het thema is dan de toenemende betekenis van creatieve vaardigheden voor de samenleving en de rol van het onderwijs daarbij – van primair tot universitair.

Ter voorbereiding op dit rondetafelgesprek legt de minister ons alvast enkele vragen voor: 'Welke creatieve vaardigheden worden volgens u van belang in de toekomst? Hoe zou het onderwijs hierop in kunnen spelen? Welke goede voorbeelden kunt u noemen? Wat zou er moeten gebeuren om het nog beter te doen?'

Deze vragen staan al enkele dagen op het Netwerk Cultuureducatie bij LinkedIn en reacties zijn er ook al. Zo wijst Edwin van Meerkerk op de cultuurwerkplaatsen waar al veel geleerd is over wat creativiteit is en hoe creativiteit bij aanstaande docenten en leerlingen wakker gemaakt kan worden. En dat lees je ook in het onderzoek van Marie-Thérèse van der Kamp naar divergent denken en beoordelen. David Otten heeft het over het procesmatig denken en handelen van leerlingen en het belang van het hierop reflecteren. En Nancy Wiltink houdt een pleidooi voor de ontwikkeling van de verbeelding, omdat die nodig is om creatief te kunnen denken.

Via deze blog doe ik nu een oproep aan jullie allemaal om input te geven voor het gesprek met de minister op 25 april over creativiteit, cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie. Dragen de schoolvakken in kunst en cultuur bij aan creativiteit en innovatie? Recente uitspraken hierover - ook op onze eigen website skills21 – van Lois Hetland en Ellen Winner beantwoorden deze vraag in ieder geval al positief.

Andere thema's als voorbereiding voor haar beleidsbrief zijn de buitenschoolse kunsteducatie in stad en regio én de maatschappelijke waarde van kunstbeoefening in de vrije tijd. Deze gesprekken bereiden het LKCA samen met het ministerie van OCW voor. En eerder was er al een goed rondetafelgesprek over onderwijs en museumeducatie, waar ik ook aan deelnam.

Meer dan 50 reacties zijn naar aanleiding van deze oproep verzameld en als input meegenomen in het rondetafelgesprek op 25 april. Teunis IJdens was namens het LKCA aanwezig, lees hier zijn reactie en praat verder in het Netwerk Cultuureducatie.

Zie ook resultaten van cultuurwerkplaatsen op Cultuurplein:

Creativiteit als thema op pabo Avans
Creatief schrijven op de Iselinge Hogeschool

vrijdag 8 maart 2013

It takes a village…

Voor een keertje een gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

De van oorsprong Afrikaanse uitdrukking It takes a village to raise a child is door toedoen van first lady Hillary Clinton bekend geworden. Een kind wordt niet alleen opgevoed in het gezin, maar ook door mensen eromheen zoals onderwijzers, vrienden, buren, de tennis- of vioolleraar, voetbaltrainers of de dansdocent. Eén inspirerende persoonlijkheid kan het verschil maken, fascinaties tot ontwikkeling brengen en zelfs uiteindelijk de beroepskeuze bepalen.

Culturele opvoeding is een collectieve verantwoordelijkheid van de samenleving. Wie was de kunstenaar in uw 'dorp'? Was het die ene pianodocent, waar je tegen heug en meug naar toe werd gestuurd, maar die onvermoede talenten bij jou ontdekte? Een kennis van je moeder die succesvol was als professioneel kunstenaar? De onderwijzer op de basisschool die zoveel met zingen deed? De broer van de vader van een voetbalvriendje die in zijn vrije tijd toneel speelde?

Zelf was ik vijf jaar toen mijn moeder een advertentie zag in het plaatselijke krantje: de net-afgestudeerde dansdocente Anique van der Laan, bevriend met een nichtje dat aan de balletacademie studeerde, zou een balletschooltje openen in de kantine van de schaatsbaan, niet zo ver van waar wij woonden. Ik had (en heb) een holle rug, was een beweeglijk kind en het leek mijn moeder goed als ik op balletles zou gaan. Het bleek een schot in de roos. Van der Laan had een ongelofelijke passie voor dans. We kregen veel technieklessen, één keer in de maand mochten we improviseren en jaarlijks traden we op in de schouwburg. Met optreden en improviseren ben ik altijd doorgegaan. Vijfentwintig jaar later rondde ik mijn docent dans-improvisatieopleiding af.

Natuurlijk zijn formele structuren van belang voor de stimulering en ontwikkeling van de actieve kunstbeoefening: subsidies, overlegstructuren, leerplannen en kwaliteitsnormen. Maar uiteindelijk hangt heel veel af van die ene inspirerende persoonlijkheid waar je als kind of als puber min of meer toevallig mee in contact kwam; op precies het goede moment.

In verschillende steden heeft Jocelyn Bergland, de motor achter de
5 o'clockclass hele generaties kinderen en jongeren aangestoken met zijn hartstocht voor dans. In Rotterdam deden de regisseurs van het Rotterdams Wijktheater hetzelfde voor toneel. En ook componist Merlijn Twaalfhoven doet dat met zijn grote muziekprojecten. Wat mij betreft is het vermogen tot inspireren een aannamecriterium voor de docentenopleidingen in de kunstvakken.

Wies Rosenboom, hoofd Amateurkunst LKCA

Wie zette u op het artistieke spoor? Wat was cruciaal voor úw culturele vorming? Vertel het als voorbeeld voor anderen in het Netwerk Amateurkunst of in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.