vrijdag 30 augustus 2013

Blik terug en blik vooruit

Met veel plezier kijk ik terug op ruim drie jaar bloggen, eerst als directeur van Cultuurnetwerk Nederland, en vanaf 2013 als directeur a. i. van het LKCA. Dit is mijn laatste blog, tenminste als directeur, want onlangs nam Ocker van Munster afscheid van de Rotterdamse SKVR om bij ons aan de slag te gaan. Vanaf 1 september bén ik geen directeur meer, maar héb ik een directeur!

De afgelopen jaren is een groot aantal onderwerpen langsgekomen die het hele veld aangaan. Om een idee te geven, dit jaar alleen al ging het over cultuureducatie (10) onderwijs (9) amateurkunst (8) LKCA (7) kwaliteit (6) cultuur (5) kunstbeoefening (5) infrastructuur (4) creativiteit (3) kunst (3) kunsteducatie (3) subsidie (3) Cultuureducatie met Kwaliteit (2) beleid (2) ckv (2) culturele instellingen (2) cultuuronderwijs (2) curriculum (2) dans (2) doelgroepen (2) erfgoededucatie (2) innovatie (2) kennis (2) kunstonderwjis (2) onderzoek (2) ontwikkeling (2) reflecteren (2) samenhang (2) en subsidies (2).

Via de blog heb ik niet alleen informatie en kennis gedeeld, maar ook gezorgd dat er discussies op gang kwamen, er ruimte kwam voor meningsvorming, zoals over CKV en het belang van het behoud van dit vak in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. En dankzij de inzet van velen is dat gelukt. Staatssecretaris Dekker trok zijn wetsvoorstel immers op 5 juli in!

Nieuwe blog Cultuureducatie met Kwaliteit
Maar ik blijf bloggen. Vanaf 1 september ga ik binnen het LKCA verder met allerlei projectactiviteiten voor het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit voor het basisonderwijs. En voor dit onderwerp komt er een nieuwe blog. In een blogcollectief schrijf ik samen met enkele collega’s wekelijks over alles wat met het programma Cultuureducatie met Kwaliteit te maken heeft. Dit om iedereen die hiermee bezig is op een directe wijze informatie en kennis te bieden over het beleid van het rijk, de gemeenten en provincies, de praktijk in de school en culturele instellingen, en het onderzoek dat op dit terrein wordt gedaan. We hebben deze week ons eerste blogoverleg gehad en we hebben er zin in!

Hoe kunnen we het nieuwe blog voor u aantrekkelijk maken? Welke onderwerpen wilt u besproken zien? Laat het ons weten in het nog altijd groeiend netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 5 juli 2013

Bezuinigen moeilijk? Schrap gewoon wat disciplines…

Ha, er is weer een prijs uitgereikt. Dit keer de Pecunieprijs voor het meest inspirerende en innovatieve bezuinigingsidee van gemeenten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en adviesbureau BMC kozen Deurne als winnaar. Die gemeente bezuinigt 90% op het regionale centrum voor de kunsten (RICK) en slaagt er tegelijkertijd in een nieuwe muziekvoorziening op te zetten voor harmonieën en fanfares.

Toch gek dat de VNG - in dit geval de VNG-commissie Financiën - deze prijs aan Deurne uitreikt. Die gemeente subsidieerde jaarlijks voor 400.000 euro. Dat is waar. Maar dat was voor het gehele pakket aan kunstbeoefening in de vrije tijd: dans, beeldende kunst, muziekonderwijs aan harmonieën en fanfares (HaFa) en overig muziekonderwijs (van pop tot viool, van keyboard tot harp). Het is niet zo moeilijk flink te bezuinigen als je alleen het verenigingsgebonden HaFa-deel overhoudt. Ook niet als je het onderwijs overlaat aan amateurs en een enkele gediplomeerde docent, als ZZP'er. En dit tegen een laag ZZP-tarief, maar daar zit in de kunsteducatie-markt blijkbaar niks anders op. Vanzelfsprekend protesteert branchevereniging Kunstconnectie tegen de toekenning van deze prijs.

Nog gekker is dat diezelfde VNG - en dan de VNG-commissie onderwijs, cultuur en sport - zo bezorgd is over de kunsteducatievoorzieningen dat ze daarover samen met OCW advies vraagt aan de Raad voor Cultuur (Visiebrief, pagina 8). Dezelfde VNG trouwens die afspraken maakt over salarissen voor docenten op muziekscholen en creativiteitscentra. En die zijn heel wat hoger dan de ZZP'ers in Deurne gaan verdienen. Zeker ook omdat die zelf voor hun sociale zekerheid moeten zorgen zoals verzekeringen en een pensioenvoorziening.

Een wat wrange blog, zo direct voor de zomervakantie. Maar goed, ik heb mijn punt gemaakt. Nu even rust. Tijd ook om iets boeiends te lezen zoals het OESO-rapport Art for Art’s sake en het al wat oudere proefschrift Uit verveling van Arend Prins. Ze staan klaar op mijn iPad. Jullie ook een fantastische vakantie gewenst.

Als u trouwens een alternatieve winnaar van de Pecunieprijs weet - een gemeente die wél als rolmodel dient - laat het dan weten in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst op LinkedIn.

vrijdag 28 juni 2013

Het gaat niet om legitimatie, maar om kwaliteit van kunsteducatie!

Gemeenten bezuinigen fors op instellingen voor kunstbeoefening in de vrije tijd. Basisvoorzieningen voor cultuureducatie bleven bij die bezuinigingswoede tot nu toe grotendeels buiten schot. Dit blijkt uit het onlangs uitgebrachte onderzoeksrapport Veranderende Tijden, 10 jaar gemeentelijk beleid binnenschoolse cultuureducatie. De publicatie betreft een LKCA-vervolg op een eerder onderzoek (2003) dat Cultuurnetwerk Nederland uitvoerde samen met de VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar maakten een actualisatie wenselijk. Daarom hebben we opnieuw gesproken met de zes gemeenten die in 2002 zijn onderzocht: Groningen, Zoetermeer, Kampen, Vlissingen, Gilze en Rijen en Horst aan de Maas.

Inhoud, positionering en financiering van kunstmenu en loketfunctie voor cultuureducatie blijven onderwerp van discussie. Hoewel scholen vaak zelf heel tevreden zijn over zo'n kant-en-klaar pakket, heeft het als nadeel dat ze daardoor soms weinig nadenken over hun kunstlessen. Dat leidt vaak tot losse activiteiten. Gemeenten en scholen worstelen met de vraag hoe ze meer kwaliteit en samenhang in kunst- en cultuuronderwijs kunnen realiseren. Dit thema - cultuureducatie en onderwijskwaliteit - blijft een eeuwige discussie als we nu niet de schouders zetten onder het landelijk programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Ook de minister maakt zich sterk voor dit onderwerp en benadrukt dat goed cultuuronderwijs van cruciaal belang is en geen franje mag zijn.

In legitimeringsdiscussies wordt nogal eens geschermd met de directe effecten van kunstonderwijs op de prestaties in andere schoolvakken (rekenen en taal) of op allerlei andere vaardigheden. Art for art’s sake? The impact of arts education, het onlangs verschenen rapport van de OESO, zegt dat er te weinig wetenschappelijk bewijs is om hier al te stellige uitspraken over te doen. De OESO keek naar de uitkomsten van meer dan tweehonderd onderzoeken over een periode van meer dan zestig jaar (1950-2013).

Op grond daarvan concluderen de auteurs - Ellen Winner, Thalia Goldstein en Stéphan Vincent-Lancrin – dat de rechtvaardiging van kunstonderwijs ligt in de unieke, intrinsieke waarde van de kunst zélf. En van de daarmee verbonden vaardigheden, zoals waarnemingsvermogen, verbeeldingskracht, uitdrukkingsvermogen, een onderzoekende houding, vasthoudendheid, reflectievermogen en communicatie. Kunsteducatie kan de basis leggen voor vakopleidingen en opleidingen voor creatieve functies in de samenleving. Niet alleen artistieke beroepen, maar ook wetenschap en bedrijfsleven vragen om vaardigheden die in de kunsten en in kunsteducatie ontwikkeld worden.

Als gast van het LKCA ging Stéphan vandaag in gesprek over het OESO-rapport met wetenschappers, beleidsmakers en onderwijs- en cultuureducatieprofessionals. In het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn is ook al een levendige discussie gaande naar aanleiding van het rapport.

Noteer vast in uw agenda: 25 november 2013 Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie op de Fontys Hogeschool voor de Kunsten te Tilburg.

vrijdag 21 juni 2013

Zou u zich welkom voelen?

Deze keer een bijdrage van gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

Koot en Bie maakten op onvergetelijke wijze school met hun 'oudere jongere', de oudere die weigert zich oud te voelen. Met mijn 59 jaar omschrijf ik mezelf als een 'jongere oudere'. En eentje die van dans houdt. Van moderne dans. Om naar te kijken, maar vooral ook om zelf te doen.

Ik moet er niet aan denken lid te worden van een ouderenclubje. Maar soms kan het niet anders. Al enkele jaren zoek ik naar een cursus moderne dans die is afgestemd op mijn energieniveau en mijn souplesse, want tussen twintigjarigen wil ik geen moderne danslessen meer volgen. Mijn benen komen niet meer zo hoog.

Een speciale cursus dus, maar in Amsterdam vind ik die niet. Logisch, want docenten zijn opgeleid om les te geven aan kleuters, pubers en jongeren. De SKVR in Rotterdam biedt speciale danslessen aan voor 50-plussers, maar dat is uitzonderlijk. Het algemene beeld is: jong, jonger, jongst.

De didactiek van lesgeven aan ouderen komt op docentenopleidingen, van welke discipline dan ook, nauwelijks aan bod. Studenten blijken ook maar mondjesmaat bereid om stage te lopen met ouderen. En neem de manier waarop de meeste dansscholen zich profileren via hun website. Met foto's van kleuters en achttienjarige meisjes in strakke balletkostuums. Voelt u zich dan, als 50-plusser, nog welkom?

Vreemd, eigenlijk. In 2015 zijn drie miljoen Nederlanders 65 jaar of ouder. Ouderen zijn de markt. Schrijfdocenten spelen met cursussen in het schrijven van levensverhalen wél enorm in op die vergrijzing. Professionals uit andere kunstdisciplines laten hier enorme kansen liggen!

Gelukkig is er verandering op til. Dinsdag was ik bij de ondertekening van het convenant 'Ouderen en cultuur' door de ministeries van OCW en VWS, dat de start vormt van het meerjarenprogramma 'Lang leve kunst'. Het LKCA is mede-initiatiefnemer. Het gaat om de bevordering van de cultuurparticipatie van 65-plussers. Eén doel is de verruiming van het kunstzinnige aanbod voor ouderen. Cursusaanbieders zouden (een deel van) hun lessen kunnen aanpassen aan deze groeiende doelgroep. Muziekscholen en creativiteitscentra kunnen ook 's morgens lessen verzorgen, en niet alleen op tijden dat het scholieren uitkomt. En kunstdocenten kunnen beter worden opgeleid in het lesgeven aan ouderen, want die leren nu eenmaal anders.

En dan kan deze jongere oudere zich misschien, over 6 jaar, eindelijk eens inschrijven voor een cursus moderne dans.

Bent u opgeleid om les te geven aan ouderen? En houdt u in uw kunstzinnige en educatieve aanbod rekening met de wensen en behoeftes 65-plussers? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit ‘cursusaanbod-op-leeftijd’ groeit? Deel uw ideeën in het netwerk Amateurkunst of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Wies Rosenboom is hoofd Amateurkunst en lid van de Raad van Bestuur (a.i.) van het LKCA

woensdag 12 juni 2013

CKV en Cultuurkaart blijven: bedankt Jet Bussemaker!

Vorige week kondigde ik de visiebrief van Jet Bussemaker aan. Ik voorspelde al dat ze het vast en zeker ook over creativiteit zou hebben. En zie, het hoge woord is eruit. Ze schrijft dat voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken het belang groeit van creativiteit en innovatie. En: cultuur en cultuuronderwijs leveren daaraan een belangrijke bijdrage… Punt, einde van de discussie.

Zodra ik de brief binnenkreeg zocht ik eerst Bussemakers reactie over ckv en cultuurkaart. Het vorige kabinet wilde met het wetsvoorstel 'profielen havo en vwo' immers het vak ckv afschaffen en tegelijkertijd ook de cultuurkaart de prullenbak in gooien. Het leverde een internetconsultatie op met een enorme hoeveelheid positieve reacties voor het behoud van ckv en een petitie van de schoolvakverenigingen. Wat voor effect heeft dit gehad op de minister, en kan de Kamer het oorspronkelijke wetsvoorstel nog wel steunen?

Bussemaker vindt het van belang dat kinderen en jongeren zich ook op cultureel vlak blijven ontwikkelen. Het basisschoolprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit breidt ze dan ook uit naar het voortgezet onderwijs. En, zegt ze dan, 'het vak ckv kan hierbij een rol spelen'. Ha, denk ik dan, dat vak blijft dus! Dat hebben we met zijn allen mooi voor elkaar gekregen. Hoe het er precies uit gaat zien, lezen we half juli in haar brief en die van staatssecretaris Dekker. In de Volkskrant van dinsdag is ze er al wat openlijker over. In een interview met Karolien Knols zegt de minister dat de cultuurkaart onderdeel moet worden van het culturele curriculum van de middelbare school. Vervolgens koppelt ze cultuurkaart en curriculum direct aan het vak ckv, dat dan wel gemoderniseerd moet worden!

Zou de minister voor de modernisering van het schoolvak ckv dan toch gebruikmaken van het advies van de verkenningscommissie Kunstvakken? Die stelde vorig jaar maart al voor meer inhoud te geven aan het vak ckv door de theoretische component te verzwaren en daarnaast nadrukkelijk aandacht te schenken aan interdisciplinariteit. Dit alles om deelname van leerlingen aan culturele activiteiten zinvoller te maken. Daar komt de cultuurkaart volgens mij heel goed bij van pas. Zo verbind je het schoolvak ckv en de cultuurkaart met het curriculum van de school.

Dus geen hapsnapuitjes of losse kunstbezoeken, maar leerlijnen en gedegen cultuuronderwijs zoals op het Brabantse Elzendaalcollege, waar het logo boven deze blog van is. En alle ruimte voor de ontwikkeling van het creatieve vermogen. Want daar zijn we toch allemaal op uit?

Op welke manier zou de minister het vak moeten moderniseren? Wat kan eraf en wat moet erbij? De dialoog over CKV is weer gestart in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn. Praat u mee?

vrijdag 7 juni 2013

Creativiteit: van mythe tot leerdoel


Creativiteit lijkt opnieuw het toverwoord in de wereld van de kunstvakken. Voormalig staatssecretaris Zijlstra schreef over het belang van cultuureducatie voor persoonlijke ontwikkeling en voor de creativiteit van onze samenleving als geheel, en Bussemaker zal er volgende week in haar visiebrief vast en zeker ook iets over zeggen. We moeten ervoor oppassen dat het begrip creativiteit de Haarlemmerolie wordt die al het onderwijs in de kunstvakken legitimeert. Gezegd wordt dan: kunstvakken maken creatief, en onze kenniseconomie heeft dringend behoefte aan creatieve mensen! Punt, einde van de discussie.

Maar zo eenvoudig ligt het niet. In Explaining creativity legt Keith Sawyer aan de hand van wetenschappelijk onderzoek uit wat creativiteit is en welke mythes er over creativiteit bestaan. Zoals de mythe dat iedereen creatief is. Dat is niet zo. Of de mythe dat kinderen creatiever zijn dan volwassenen maar op school hun van nature aangeboren creativiteit verliezen. Dat is ook niet zo. Sawyer toont overtuigend aan dat creativiteit niet zomaar opborrelt uit het onderbewustzijn van de mens. Dat het geen spontane uiting is van ineens verworven inzichten, maar dat dit vermogen door hard werken kan worden verworven. Creativiteit is te ontwikkelen en ook aan te leren. Maar dit gebeurt niet automatisch, en zeker niet door kinderen op school in een tussenpauze een tekening te laten maken of samen met hen een liedje te zingen.

Romantische noties over creativiteit dragen niet bij aan de kwaliteit van cultuureducatie. Een heldere blik op wat creativiteit is en hoe we die bij kinderen kunnen ontwikkelen wél. En hoe doen we dat dan? Zorg dat leerlingen inzicht krijgen in creatieve processen. In het geval van kunsteducatie in de processen die kenmerkend zijn voor het werk van beeldend kunstenaars, muzikanten, dansers enzovoorts. Zorg dat leerlingen vaardigheden ontwikkelen die essentieel zijn voor creatieve ontwikkeling. Leer hen breed en divergent denken over mogelijkheden en alternatieven. Leer hen ook intensief convergent te denken over allerlei uiteenlopende ideeën en deze bij elkaar te brengen. Stimuleer hen om een onderzoekende houding aan te nemen en leer hen vooral vragen te stellen. In ieder leerproces, maar zeker ook tijdens hun eigen maakprocessen, en bij het beschouwen van en reflecteren op kunst.

Kijk ook eens naar twee relevante artikelen op Cultuurplein over het beoordelen van creativiteit op school en over het leren via het observeren van creatieve processen.

Er is een heldere blik nodig op wat creativiteit is en hoe we dat bij kinderen kunnen ontwikkelen. Hoe doen we dat? En maakt kunstonderwijs altijd creatief? Vertel het ons in het Netwerk Cultuureducatie of in de groep Cultuurplein.nl op LinkedIn.

vrijdag 31 mei 2013

Drempels voor kunstminnaars

Op Tweede Pinksterdag in een regenachtig Amsterdam naar de Stopera. Waarom doe ik dit niet vaker, dacht ik, genietend van de 'mooiste Traviata aller tijden'. Het antwoord ligt volgens het SCP voor de hand: 'Het kwam er gewoon niet van'. Bij mij niet, en ook niet bij andere in kunst geïnteresseerden zoals u. En dat is zorgwekkend. Ook al omdat gevarieerd cultuuraanbod alleen maar in stand kan blijven als er voldoende betalend publiek op afkomt.

Andries van den Broek, auteur van 'Kunstminnend Nederland', verklaart mijn (en uw) ge-drag, vanuit een gebrek aan urgentie of prioriteit. Als je moet kiezen wat je in je vrije tijd wilt doen, dan is er, dankzij de uitdijende vrijetijdsindustrie, gewoon te veel om uit te kiezen. 'Wie nog niet met pensioen is heeft daar bovendien minder (vrije) tijd voor dan enkele decennia geleden nog het geval was'.

Van den Broeks conclusies klinken nogal frappant. Prijs en afstand blijken geen belemmering te zijn, en ook aan de belangstelling voor kunst en cultuur ligt het niet. En toch gaan cultuurgeïnteresseerden niet, gewoon omdat het er niet van komt! Culturele instellingen doen daarnaast alles om niet-cultuurgeïnteresseerden over de brug te krijgen, maar dat heeft niet veel zin want ze komen toch niet. Nee, volgens het SCP moeten instellingen die meer bezoek willen vooral de interesse van de geïnteresseerde bezoeker verder aanwakkeren. 'Cultuur moet een plek krijgen in de hoofden van mensen, en in hun agenda', zegt Van den Broek in de Volkskrant van 8 mei. Maar, hoe doe je dat?

Een mogelijke oplossing om gedrag te veranderen en het bezoekaantal te vergroten is het gebruiken van andere presentatievormen. Televisieprogramma's als de Tiende van Tijl dragen er aantoonbaar aan bij dat mensen op een andere manier gaan luisteren naar klassieke muziek. En misschien biedt de sociale psychologie aanknopingspunten voor het culturele veld als het gaat om het beïnvloeden van menselijk gedrag. Het YouTube filmpje 'The Power of Words' zette me in ieder geval aan het denken over hoe je alleen al met woorden gedrag van mensen kunt veranderen.

Beschouw onderwijs in kunst en cultuur als integraal en uniek onderdeel van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Geef goede kunstlessen, vanaf de basisschool tot in het vervolgonderwijs. En lees ook even de aanbevelingen uit Kunstminnend Nederland, zodat leerlingen in hun latere leven niet alleen geïnteresseerd zijn in cultuur, maar daar ook aan deelnemen.

Welke drempels moet u nemen om kunst in uw hoofd en agenda te krijgen? Deel het in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 24 mei 2013

Culturele speelveldjes en andere burgerinitiatieven

Deze keer een bijdrage van gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

Je hoeft geen cynicus te zijn om te zien dat bestuurders er de afgelopen decennia soms een potje van maakten. Kijk naar de Amarantis Onderwijsgroep, die door wanbestuur ten onder ging. Of naar de crisis waarin de financiële sector ons heeft gestort. Is het hierdoor ontstane wantrouwen jegens bestuurders en instanties er misschien de oorzaak van dat steeds vaker gesproken wordt van civil society? Dat burgerinitiatieven 'van onderop' steeds belangrijker worden, en dat beleidsmaatregelen 'van bovenaf' op steeds meer weerstand stuiten?

Het komt in deze tijd goed uit dat burgers zelf initiatieven ontplooien om cultuur op de kaart te zetten. In een maatschappij waar de bevolking steeds hoger opgeleid is en waar mensen elkaar steeds gemakkelijker vinden via de sociale media, ontstaan kansen voor mensen die het zèlf willen regelen, binnen hun wijk, buurt of stad. Ook binnen de amateurkunst en de cultuureducatiesector zijn hier voorbeelden van.

In de Rotterdamse wijk Katendrecht werd door buurtbewoners een sloopschip omgevormd tot speelplek en buitenpodium. In Amsterdam ontstond Vrijburcht, een wooncomplex met een door vrijwilligers gerund theater. Deze burgers namen zelf het initiatief en stelden zich niet afhankelijk op van derden. Maar dat betekent niet dat de overheid een vrijbrief heeft om zich terug te trekken. Faciliteren en ondersteunen blijft naar mijn mening een overheidstaak. Het door OCW bekostigde Fonds voor Cultuurparticipatie geeft het goede voorbeeld met het digitale platform Jij maakt het mee; een interessante poging om nieuwe initiatieven op constructieve wijze te voorzien van advies, en aldus te versterken.

Vorige week woensdag vond in Utrecht de conferentie Kunst Versterkt plaats, georganiseerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie en het LKCA. De bijeenkomst stond in het teken van de maatschappelijke waarde van actieve kunstbeoefening en toonde een aantal succesvolle sectoroverschrijdende initiatieven. Speciale gast was minister Bussemaker. Zij bleek vooral gecharmeerd van onverwachte verbindingen die tijdens presentaties in beeld kwamen, zoals die tussen voetbalvereniging MVV en de Nederlandse Dansdagen.

Wies Rosenboom, hoofd Amateurkunst LKCA

Het lijkt erop alsof juist in deze tijd burgers zelf initiatieven ontplooien om cultuur op de kaart te zetten. Kent u particuliere initiatieven van burgers, bedoeld om de buurt, de wijk of de stad een culturele impuls te geven, of kent u mooie voorbeelden van verbindingen tussen sectoren? We lezen er graag meer over op LinkedIn in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.

vrijdag 17 mei 2013

Buitenschoolse kunsteducatie > eenmaal weg, blijft weg!

'Bei Mir Bistu Shein' klonk het speels in het Haagse Koorenhuis. Twee leerlingen op viool, begeleid door piano, ontvingen ons muzikaal voor het gesprek met Jet Bussemaker over een toekomstbestendige infrastructuur voor de kunsteducatie. Het was een van de vele gesprekken die zij voert om haar beleidsbrief over cultuur nader vorm te geven en haar ideeën te toetsen.

Met het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit ligt er de komende jaren bij de drie overheden veel beleidsnadruk op cultuuronderwijs op de basisschool. Het programma vraagt om samenwerking tussen scholen en de buitenschools werkende culturele instellingen, zoals professionele kunstinstellingen, centra voor de kunsten en jeugdtheaterscholen. Om de brug te slaan tussen school en instelling zijn icc'ers en cultuurcoaches van groot belang. De deelnemers hielden dan ook een pleidooi voor het verruimen van het aantal cultuurcoaches en riepen op zeker niet te bezuinigen op deze functie. Dat sprak Bussemaker wel aan, omdat zij als staatssecretaris zes jaar geleden aan de wieg ervan stond.

Gesubsidieerde instellingen zoals centra voor de kunsten zijn de afgelopen tijd in zeer zwaar weer beland. Veel gemeenten bezuinigen op deze instituties; in sommige gemeenten is de subsidie zelfs beëindigd. Talentontwikkeling in de kunsten van kinderen en jongeren in de vrije tijd wordt in veel gevallen nog wel gesubsidieerd, maar de vorm daarvan verschilt nogal. En voor cursussen voor volwassenen is de trend dat ze kostendekkend moeten zijn .  

Gemeenten als Veghel en Den Haag bezuinigen niet op cultuureducatie, zo vertelden beide wethouders in het Koorenhuis, maar voor kunstbeoefening in de vrije tijd ligt het anders. Volgens branchevereniging Kunstconnectie bedraagt de bezuiniging alleen al op de centra voor de kunsten in 2013 ca. 20% (€ 16 miljoen), tot 2015 loopt dat op tot 25% (€ 20 miljoen). Adviseurs van BMC wezen al op de bezuinigingen op cultuur door de decentralisatie van verzorgingstaken van de rijksoverheid naar gemeenten. Financiële risico's die laatstgenoemde taken met zich meebrengen dwingen gemeenten om op de cultuurbegroting te bezuinigen.

Op de vraag van de minister wat zij voor buitenschoolse kunsteducatie zou moeten doen, antwoordden de deelnemers: elke overheid moet blijven toezien op een lokale infrastructuur voor kunstbeoefening waarin iedereen naast en na school de mogelijkheid houdt om zijn talent verder te ontwikkelen en te verdiepen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld ruimtes en andere faciliteiten beschikbaar stellen om kunstbeoefening in de vrije tijd te stimuleren. Want wat je nu in de culturele infrastructuur wegbezuinigt, komt nooit meer terug – in welke vorm dan ook!

Wat vindt u dat minister Bussemaker zou kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige infrastructuur voor kunsteducatie? Ik lees uw antwoorden graag op linkedin in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.

vrijdag 26 april 2013

Kunst en kroning: geen eendagsvlieg!

De inhuldiging van Willem Alexander zorgt voor de nodige kunstzinnige impulsen. En dan bedoel ik echt niet alleen het veelbesproken Koningslied van John Ewbank, dat ondanks alle kritiek toch nog gezongen wordt op 30 april.

Vandaag gaan op meer dan 6000 basisscholen de Koningsspelen van start met een speciale dans en het liedje Bewegen is gezond van Kinderen voor Kinderen. De spieren worden zo losgemaakt voor de (konings)sportdag. Ruim 1,3 miljoen leerlingen nemen hieraan deel.

Daarnaast heeft een aantal kunst- en cultuurorganisaties onder de naam Wij Treden Op! het lied De Koning is een DJ laten schrijven met een arrangement van Het Leerorkest en een choreografie van Roy Julen. Met kant-en-klare lesmiddelen kunnen leerlingen de Koningsspelen zingend, dansend en muziek makend vieren. Op 30 april, de dag van de inhuldiging, organiseert Wij Treden Op! ook het Nationaal Carillonconcert; in heel Nederland klinkt dan in het begin van de avond het Koningslied.

Het is natuurlijk leuk, deze vloed van muzikale, dansante, theatrale en beeldende activiteiten, maar het is incidenteel en kortstondig – het niveau ervan nog buiten beschouwing gelaten.

Voor de ontwikkeling van kinderen is het echter onontbeerlijk dat cultuureducatie jarenlang een vaste plaats krijgt in het hart van het onderwijs, zoals de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad samen eerder adviseerden. Om die reden koos de staatssecretaris van OCW, en nu ook de minister, dan ook voor het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Dat streeft naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs in de vakken binnen het leerdomein kunstzinnige oriëntatie en zorgt voor deskundigheidsbevordering van leerkrachten. En daar richten wij ons als LKCA ook op; en ik zal daar in de komende jaren met plezier een bijdrage aan blijven leveren.

Wat ik hoop is dat het nieuwe koningspaar blijk geeft van betrokkenheid bij kunst en cultuur. Hoewel Willem Alexander ooit blokfluit speelde, weet ik dat van hem nog niet. Maxima is echter beschermvrouwe van de Kroonappels van het Oranjefonds én van Kinderen maken muziek. De kunstzinnige activiteiten rondom de kroning fungeren wellicht als signaal waardoor kunst niet alleen een vaste plaats krijgt in het hart van het onderwijs, maar ook daarbuiten. Omdat het maatschappelijk van waarde is; een leven lang!

Vindt u ook dat cultuureducatie en kunstbeoefening in de vrije tijd (meer) koninklijke steun verdienen? En zo ja: hebt u concrete ideeën waarvoor wij die steun nodig hebben? Ik lees het graag op linkedin in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.

Verzameling ideeën voor een kunstzinnige invulling van de Kroningsdag op Cultuurplein

vrijdag 19 april 2013

Jet Bussemaker = kwaliteit cultuureducatie = ontwikkeling creatieve vaardigheden

Minister Bussemaker stuurt nog vóór de zomer een brief aan de Tweede Kamer over haar visie op het cultuurbeleid. Als voorbereiding op deze brief voert de minister verscheidene rondetafelgesprekken met het veld over allerhande thema's. Zo is op 25 april een gesprek gepland over cultuureducatie. De minister gaat hierover in Rotterdam in gesprek met ondernemers en docenten. Het thema is dan de toenemende betekenis van creatieve vaardigheden voor de samenleving en de rol van het onderwijs daarbij – van primair tot universitair.

Ter voorbereiding op dit rondetafelgesprek legt de minister ons alvast enkele vragen voor: 'Welke creatieve vaardigheden worden volgens u van belang in de toekomst? Hoe zou het onderwijs hierop in kunnen spelen? Welke goede voorbeelden kunt u noemen? Wat zou er moeten gebeuren om het nog beter te doen?'

Deze vragen staan al enkele dagen op het Netwerk Cultuureducatie bij LinkedIn en reacties zijn er ook al. Zo wijst Edwin van Meerkerk op de cultuurwerkplaatsen waar al veel geleerd is over wat creativiteit is en hoe creativiteit bij aanstaande docenten en leerlingen wakker gemaakt kan worden. En dat lees je ook in het onderzoek van Marie-Thérèse van der Kamp naar divergent denken en beoordelen. David Otten heeft het over het procesmatig denken en handelen van leerlingen en het belang van het hierop reflecteren. En Nancy Wiltink houdt een pleidooi voor de ontwikkeling van de verbeelding, omdat die nodig is om creatief te kunnen denken.

Via deze blog doe ik nu een oproep aan jullie allemaal om input te geven voor het gesprek met de minister op 25 april over creativiteit, cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie. Dragen de schoolvakken in kunst en cultuur bij aan creativiteit en innovatie? Recente uitspraken hierover - ook op onze eigen website skills21 – van Lois Hetland en Ellen Winner beantwoorden deze vraag in ieder geval al positief.

Andere thema's als voorbereiding voor haar beleidsbrief zijn de buitenschoolse kunsteducatie in stad en regio én de maatschappelijke waarde van kunstbeoefening in de vrije tijd. Deze gesprekken bereiden het LKCA samen met het ministerie van OCW voor. En eerder was er al een goed rondetafelgesprek over onderwijs en museumeducatie, waar ik ook aan deelnam.

Meer dan 50 reacties zijn naar aanleiding van deze oproep verzameld en als input meegenomen in het rondetafelgesprek op 25 april. Teunis IJdens was namens het LKCA aanwezig, lees hier zijn reactie en praat verder in het Netwerk Cultuureducatie.

Zie ook resultaten van cultuurwerkplaatsen op Cultuurplein:

Creativiteit als thema op pabo Avans
Creatief schrijven op de Iselinge Hogeschool

vrijdag 12 april 2013

Onderwijs = Leren = Beoordelen

Bron: procesevaluatieformulier uit Altermoderne kunsteducatie: theorie en praktijk.

Een welgemeende felicitatie aan onze bijzonder hoogleraren. Carla van Boxtel (historische cultuur en educatie, EUR) en Folkert Haanstra (cultuurparticipatie en cultuureducatie, UU) dienden samen een voorstel in bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) onder de titel 'Assessment in arts education'. En hun aanvraag is gehonoreerd! Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam, waar Carla tevens werkzaam is.

De NWO Programmaraad voor het onderwijsonderzoek verleent subsidies voor studies naar onderwerpen die voor onderwijspraktijk en -beleid van belang zijn en waar nog geen overzichtsartikelen van bestaan. En nu is er dus subsidie voor een studie naar beoordelings-instrumenten in de kunsteducatie. De studie zal een overzicht geven van het type instrumenten dat er voor kunsteducatie is, van hun effectiviteit, en van de competenties en competentieniveaus die erin gebruikt worden. Het zal scholen en docenten helpen om beoordelingsvormen te kiezen die aansluiten bij hun visie op kunsteducatie en bij de doelen die ze nastreven.

Als aanvulling op de literatuurstudie zal het LKCA inventariseren welke instrumenten groepsleerkrachten in het primair onderwijs al kunnen gebruiken om de culturele ontwikkeling van leerlingen te beoordelen en deze voorbeelden beschrijven. De inventarisatie is een opdracht van het ministerie in het kader van het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Juist het zichtbaar maken van leerresultaten draagt bij aan de inhoudelijke kwaliteit van het leergebied kunstzinnige oriëntatie. Een mooi voorbeeld van een door een docent ontwikkeld evaluatieformulier is boven deze blog afgebeeld.

Het zichtbaar maken en vastleggen van de beeldende ontwikkeling van leerlingen was ook onderwerp van onderzoek in de Cultuurwerkplaats van de docentenopleiding van de Willem de Kooning Academie. Dit leverde een masterscriptie met beoordelingscriteria op, en twee instrumenten die nu verder ontwikkeld worden door studenten: een ontwikkelingsportfolio gebaseerd op de fasen uit het leerplan van VONKC; en een App, die de ontwikkeling van metacognitief vermogen en houding inzichtelijk maakt voor leerling en docent.

Onderzoek naar beoordelen lijkt in zwang te zijn. Onlangs verscheen een methode voor kwalitatieve evaluatie van cultuuronderwijs op school van de Rijksuniversiteit Groningen. En een OECD-onderzoek naar een instrument om creativiteit als leeropbrengst van onderwijs te beoordelen. Helaas is deze blog te kort om recht te doen aan de inhoud van deze studies. Maar lees - en beoordeel - ze vooral zelf.

Het is hard nodig dat er een goed overzicht komt van beoordelingsinstrumenten voor kunstzinnige oriëntatie in het primair onderwijs. Zonder beoordeling weet je immers niet wat een leerling geleerd heeft! Praat mee over dit actuele thema in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 5 april 2013

Kroonappeltjes in de amateurkunst

Dat amateurkunst belangrijk is voor de samenleving wisten we al. Maar door Kroonappels, een initiatief van het Oranje Fonds, wordt het belang ervan nog eens extra benadrukt. Met Kroonappels wil dit fonds ter gelegenheid van de troonswisseling de beste, succesvolste en leukste sociale initiatieven in het Koninkrijk laten zien. De beste projecten worden met een subsidie van 50.000 euro beloond.

Vanuit alle delen van Nederland én Curaçao is massaal gereageerd. Door sportverenigingen, buurthuizen en particulieren. En natuurlijk zijn er ook veel activiteiten aangemeld op het gebied van kunst en cultuur. Bij Studio 52nd in Amsterdam bijvoorbeeld maken kinderen uit kansarme wijken theater- en filmvoorstellingen met professionele makers. Kinderen krijgen een onvergetelijke succeservaring, en buurt en publiek zien zo een andere kant van de zogenaamde 'probleemjongeren'. 'Even geen rotjochie van de straat, maar een jonge ster in de spotlights', lees ik op de site.

De eerste stemronde zit er al op. Jammer dat op de website van Kroonappels niet meer alle ingediende projecten te zien zijn. Want dat gaf een indrukwekkend beeld. Nieuwsgierig zocht ik naar inzendingen uit mijn woonplaats Tilburg en uit Utrecht, waar het LKCA is gehuisvest. Zowel in Tilburg als Utrecht bestond een kwart van de activiteiten uit amateurkunst-initiatieven. De muurschilderingen van kinderen uit de Utrechtse Staatsliedenbuurt haalden de volgende ronde. Niet doorgegaan is CultuurShaker met jongeren uit internationale schakelklassen en vmbo-leerlingen die een knallend feest voor ouderen willen organiseren. Er zijn nu 60 finalisten en op 18 april worden de winnende kroonappels bekendgemaakt.

Is het erg dat veel amateurkunstinitiatieven niet in de prijzen zijn gevallen? Op zich niet, want de meeste projecten gaan gewoon door. Maar toch, zo'n prijs is natuurlijk wel een mooi duwtje in de rug en een erkenning voor wat je met z'n allen tot stand kunt brengen. Bovendien, kunst is bij uitstek een middel om jongeren eigenwaarde te geven en ze te laten meedoen. Ook voor Nederlanders met een andere culturele achtergrond en voor de groeiende groep actieve ouderen is deelname aan kunst en cultuur belangrijk, bijvoorbeeld om ouderen uit hun sociale isolement te halen. Ik hoop dus dat er ook na de uitreiking nog veel meer kroonappeltjes worden geplant en geplukt.

Duidelijk is in ieder geval dat miljoenen Nederlanders, vaak zonder dat ze dat zelf weten, aan amateurkunst doen. Om te laten zien wat hen drijft en welke bruggen zij slaan naar andere domeinen als welzijn, zorg en wonen, organiseren het LKCA en het Fonds voor Cultuurparticipatie op woensdag 15 mei de conferentie Kunst versterkt.

Subsidie of niet, amateurkunstprojecten gaan meestal toch wel door. Want actieve deelname aan kunst en cultuur verbindt. Het is belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling en onmisbaar voor maatschappelijke verbanden. Deelt u deze opvatting, of juist helemaal niet? Praat mee in het Netwerk Amateurkunst of in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Foto: Ontwerp muurschilderingen Stichting Move

donderdag 28 maart 2013

Kennis is macht

Deze week is het de Goede Week. Van oudsher een periode voor bezinning en daar neem ik nu graag even de tijd voor. Inmiddels zijn we drie maanden onderweg met het LKCA. Achter de schermen werken we hard aan het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit, aan onderzoek en monitoring, aan kennisbijeenkomsten voor onderwijs, culturele instellingen en amateurkunst, aan een nieuwe website, een digitaal kenniscentrum en ga zo maar door. En dat doen we samen met FCP, andere kenniscentra en vele andere instellingen. Activiteiten die je straks allemaal in het Werkplan 2013 terug kunt zien.

Zichtbare producten op dit moment zijn onze nieuwsbrieven en sites als Cultuurplein en Cultuurcoördinator voor het digitaal delen van kennis, en bijeenkomsten waar professionals elkaar fysiek kunnen ontmoeten om kennis te delen, bijvoorbeeld op het gebied van dans- en theatereducatie, ouderen en kunst en erfgoededucatie. Ook leverden we onlangs de plananalyse op van de aanvragen voor de FCP-matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Kennis, het is de basis voor het realiseren van onze missie.

Over wat voor kennis hebben we het dan en wat doen we met die kennis? Moet de kennis die we als LKCA verzamelen, verrijken en verspreiden vooral betrouwbaar, waardenvrij, wetenschappelijk verantwoord, actueel en praktisch toepasbaar zijn? Waar houdt onze gidsfunctie op en begint belangenbehartiging? Hoe kunnen we onze inspanningen het best inzetten om een gezaghebbend instituut voor cultuureducatie en amateurkunst te realiseren? Welke rollen en taken kan en moet ons kennisinstituut dan op zich nemen? We discussieerden hier onlangs samen over vanuit het uitgangspunt: doen we de juiste dingen en doen we die dingen goed?

Volgende week zetten we weer een stap. Dan lanceren we AliceMoves, een cultuurcommunity voor cultuuraanbieders en onderwijs. Bij de presentatie op 20 maart tijdens Cultuureducatie in Amsterdam, de jaarlijkse conferentie van Mocca, waren veel enthousiaste reacties. Vooral omdat het nu voor scholen mogelijk is om interessenetwerken te vormen en actief kennis te kunnen delen. Opeens vraag ik me nu af of we het oude adagium 'kennis is macht' niet veel beter kunnen vervangen door 'kennis delen is kracht' ...

Welke rollen en taken kan en moet ons kennisinstituut op zich nemen? Welke kennis zoekt u over cultuureducatie of amateurkunst? En ook, welke kennis over cultuureducatie of amateurkunst wilt u graag delen en met wie? Deel uw mening in het Netwerk Cultuureducatie of in het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.

vrijdag 22 maart 2013

Blik op erfgoededucatie - definitiekwestie

De directe omgeving herbergt voor kinderen en jongeren een schat aan historische kennis. Door naar erfgoed te kijken door verschillende ogen – die van jezelf en die van anderen, vroeger en nu - leren jonge mensen betekenis te geven aan hun leefomgeving in relatie tot de wereld.

Onlangs schreef ik over erfgoededucatie en de internationale conferentie Tangible Pasts (6 en 7 juni), over het gebruik van erfgoed in musea, op scholen en in digitale omgevingen. Het Center for Historical Culture (CHC) van de Erasmus Universiteit en initiatiefnemer van de conferentie, koppelt het begrip erfgoed in dit geval direct aan musea en museumcollecties. Bij anderen lijkt dit de enige opvatting over erfgoed, zoals bij de Stichting Onterfd Goed met binnenkort een debat over erfgoed en collectiebeleid in musea, 'dankzij en ondanks de crisis.

In de onlangs gepubliceerde notitie van het Vakoverleg erfgoededucatie duidt erfgoed 'op sporen uit het verleden die we als samenleving de moeite waard vinden om te bewaren voor de toekomst'. En concreet gaat het dan - en dan wordt de Onderwijsraad geciteerd - over monumenten, landschappen en archeologische vondsten, bibliotheken en archieven, museale voorwerpen (materieel erfgoed) en het geheel van gewoonten, tradities, verhalen, rituelen en gebruiken (immaterieel erfgoed). Er is ook een andere visie op erfgoed. Barend van Heusden noemt erfgoed in zijn theoretisch kader Cultuur in de Spiegel als 'een bewustzijn van wat gemaakt is', en erfgoedonderwijs noemt hij 'onderwijs in dat bewustzijn'.

Als het over erfgoededucatie gaat haalt het vakoverleg het onderzoeksprogramma aan van het CHC (gefinancierd door NWO). Erfgoededucatie richt zich op de versterking van cultureel- en historisch besef aan de hand van materiële en immateriële sporen als primaire instructiebron. Volgens deze opvatting gaat het bij het leren om meer dan museumcollecties alleen. Genoemd worden ook ervaringen in drie dimensies: tijd, plaats en betekenisgeving. Met een zintuiglijke (ruiken, zien, voelen, horen en proeven), een affectieve (emoties, gevoelens) en een cognitieve component (denken, beredeneren). Deze ervaringen kunnen ook - en misschien beter - in andere contexten dan musea worden opgedaan.

Buitenstaanders hanteren vaak een 'smalle' opvatting van erfgoed en erfgoededucatie, maar vakgenoten zijn het over het algemeen met het CHC eens, al blijft er veel ruimte voor discussie hierover.

Misschien goed om te weten dat de erfgoededucatietaak op landelijk niveau ondergebracht is bij ons LKCA. Wij besteden er apart aandacht aan met de erfgoedportal, netwerkdagen over erfgoededucatie en de ondersteuning van de bijzondere leerstoel Historische Cultuur en Educatie (CHC; EUR)*. Bovendien zetten we in op de profilering van erfgoededucatie door professionalisering van erfgoedmedewerkers. Dat doen we samen met het Vakoverleg erfgoededucatie en het Platform erfgoededucatie.

Hoe breed of hoe smal is erfgoed nu echt? Gaat het uitsluitend over museumcollecties of juist ook over verhalen en gebruiken? En waar gaat het over als we het over erfgoededucatie of erfgoedonderwijs hebben? Deel het in het Netwerk Erfgoededucatie of in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

* In de loop van 2013 zullen genoemde pagina's verplaatst worden van cultuurnetwerk.nl naar lkca.nl

vrijdag 15 maart 2013

Zandkastelen vastgelegd in Het Cultuurnetwerk

'De infrastructuur voor cultuureducatie lijkt op een strand vol zandkastelen, die we vol enthousiasme en met de beste bedoelingen bouwden. Met elke eb-en-vloed beweging dreigt het water ze echter weg te vagen. Niet dat het elke dag raak is, maar beweging is er mijns inziens wat teveel in de infrastructuur.' Deze woorden schreef ik nog maar een maand of drie geleden in de inleiding van de afscheidspublicatie van Cultuurnetwerk Nederland.

Iets later dan gepland verscheen begin dit jaar die publicatie, Het Cultuurnetwerk. Over de infrastructuur cultuureducatie per 1 januari 2013. We speelden al een tijdje met het idee om de infrastructuur voor cultuureducatie volledig in beeld te brengen. En een toepasselijk moment is dan natuurlijk de verandering van je eigen positie in die infrastructuur door de fusie tot het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Juist nu er zoveel wijzigt is het van belang zicht te hebben op hoe de totale infrastructuur eruit ziet, want daarbinnen hangt alles met elkaar samen. In 2011 schreef de Raad voor Cultuur in zijn Sectoranalyse Amateurkunst en Cultuureducatie terecht al dat deze infrastructuur aan een buitenstaander nauwelijks meer is uit te leggen.

Die uitdaging zijn we het afgelopen jaar aangegaan. We wilden een zo overzichtelijk mogelijk beeld schetsen van de gehele infrastructuur en van alle actoren die daarin een rol spelen. We hebben een indeling gemaakt in sectoren: cultuur, beleid, onderzoek, onderwijs, fondsen. Met daarbinnen een indeling in actoren die landelijk, regionaal of lokaal opereren. Vervolgens hebben we geprobeerd te vertellen wie de actoren zijn, welke rol zij spelen en zo mogelijk hoeveel ervan zijn in Nederland.

'Geprobeerd' zeg ik bewust bescheiden omdat we al snel merkten dat dit een gigantische klus was en dat het soms ook wel voor discussie vatbaar was wie en wat we waar precies moesten indelen en wie en wat er nou wel en niet bijhoorde. Regelmatig rees de vraag of je zo'n infrastructuur wel echt in kaart kunt brengen… Toch hebben we doorgezet en gestreefd naar volledigheid en ik ben dan ook erg blij dat dat harde werken nu beloond wordt met vele enthousiaste reacties van jullie.

Ik ben zelf trots op wat er ligt, en niet alleen omdat we hiermee het werk van Cultuurnetwerk Nederland afsloten. Ik zie dit document ook als een mooi startdocument waarmee we als LKCA verder kunnen.

De infrastructuur blijft veranderen en dus brengen we die in het vervolg ook online in kaart zodat we die veranderingen meteen kunnen volgen. Natuurlijk gaan we dat ook doen voor de infrastructuur amateurkunst. Voor dit moment zijn de zandkastelen die er staan even vastgelegd in een tijdsdocument. Als het aan mij ligt gaan we deze kastelen de komende jaren versterken en bouwen we het geheel weer uit in plaats van af.

En, hoe ziet uw lokale infrastructuur eruit? En welke veranderingen – ten goede of ten kwade – ziet u om u heen? Deel het in het Netwerk Cultuureducatie of in het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.

vrijdag 8 maart 2013

It takes a village…

Voor een keertje een gastblogger, Wies Rosenboom (hoofd Amateurkunst LKCA) over kunstbeoefening in de vrije tijd.

De van oorsprong Afrikaanse uitdrukking It takes a village to raise a child is door toedoen van first lady Hillary Clinton bekend geworden. Een kind wordt niet alleen opgevoed in het gezin, maar ook door mensen eromheen zoals onderwijzers, vrienden, buren, de tennis- of vioolleraar, voetbaltrainers of de dansdocent. Eén inspirerende persoonlijkheid kan het verschil maken, fascinaties tot ontwikkeling brengen en zelfs uiteindelijk de beroepskeuze bepalen.

Culturele opvoeding is een collectieve verantwoordelijkheid van de samenleving. Wie was de kunstenaar in uw 'dorp'? Was het die ene pianodocent, waar je tegen heug en meug naar toe werd gestuurd, maar die onvermoede talenten bij jou ontdekte? Een kennis van je moeder die succesvol was als professioneel kunstenaar? De onderwijzer op de basisschool die zoveel met zingen deed? De broer van de vader van een voetbalvriendje die in zijn vrije tijd toneel speelde?

Zelf was ik vijf jaar toen mijn moeder een advertentie zag in het plaatselijke krantje: de net-afgestudeerde dansdocente Anique van der Laan, bevriend met een nichtje dat aan de balletacademie studeerde, zou een balletschooltje openen in de kantine van de schaatsbaan, niet zo ver van waar wij woonden. Ik had (en heb) een holle rug, was een beweeglijk kind en het leek mijn moeder goed als ik op balletles zou gaan. Het bleek een schot in de roos. Van der Laan had een ongelofelijke passie voor dans. We kregen veel technieklessen, één keer in de maand mochten we improviseren en jaarlijks traden we op in de schouwburg. Met optreden en improviseren ben ik altijd doorgegaan. Vijfentwintig jaar later rondde ik mijn docent dans-improvisatieopleiding af.

Natuurlijk zijn formele structuren van belang voor de stimulering en ontwikkeling van de actieve kunstbeoefening: subsidies, overlegstructuren, leerplannen en kwaliteitsnormen. Maar uiteindelijk hangt heel veel af van die ene inspirerende persoonlijkheid waar je als kind of als puber min of meer toevallig mee in contact kwam; op precies het goede moment.

In verschillende steden heeft Jocelyn Bergland, de motor achter de
5 o'clockclass hele generaties kinderen en jongeren aangestoken met zijn hartstocht voor dans. In Rotterdam deden de regisseurs van het Rotterdams Wijktheater hetzelfde voor toneel. En ook componist Merlijn Twaalfhoven doet dat met zijn grote muziekprojecten. Wat mij betreft is het vermogen tot inspireren een aannamecriterium voor de docentenopleidingen in de kunstvakken.

Wies Rosenboom, hoofd Amateurkunst LKCA

Wie zette u op het artistieke spoor? Wat was cruciaal voor úw culturele vorming? Vertel het als voorbeeld voor anderen in het Netwerk Amateurkunst of in het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 1 maart 2013

Erfgoededucatie versus geschiedenisonderwijs?

Staan de doelen van erfgoededucatie op gespannen voet met die van geschiedenisonderwijs? Het is een kwestie die de moeite waard is om nader te verkennen. Ik ging dan ook met plezier in op de vraag van het Center for Historical Culture – van de Erasmus Universiteit - om vanuit het LKCA mee te werken aan Tangible Pasts? Questioning Heritage Education, de internationale conferentie voor onderzoekers en professionals in erfgoededucatie (6 en 7 juni in Rotterdam).

Op het eerste gezicht denk je dat onderwijs in geschiedenis en erfgoed hooguit varianten van hetzelfde zijn. Blijkbaar is dat niet zo, want juist de vraag of erfgoededucatie te verenigen is met geschiedenisonderwijs staat centraal tijdens de conferentie. De spraakmakende historicus David Lowenthal antwoordt simpelweg dat erfgoed en geschiedenis onverenigbaar zijn. Erfgoed associeert hij met goedgelovigheid en patriottisme, geschiedenis is volgens hem daarentegen universeel en gebaseerd op toetsbare feiten. Hoe zit dat dan met erfgoededucatie? Doet deze vorm van onderwijs alleen een beroep op emoties en inlevingsvermogen, om zo het verleden tastbaar en invoelbaar te maken? Of is een kritische benadering zoals bij geschiedenisonderwijs ook mogelijk?

CHC-directeur Maria Grever – organisatievoorzitter en tevens keynote-speaker beaamt in een recente publicatie dat erfgoed vooral refereert aan directe ontmoetingen, emoties en adoratie, en niet aan argumenten en onderzoek. Tegelijkertijd vindt zij dat onder optimale voorwaarden, erfgoededucatie het kritisch historisch denken wel degelijk kan bevorderen. Uit de paper abstract van haar openings-keynote blijkt dat zij het belang inziet van zintuiglijke ervaringen van historische objecten, plaatsen, verhalen en getuigenissen voor een beter begrip van het verleden. Scholen bijvoorbeeld laten hun leerlingen dit soort ervaringen opdoen via educatieve activiteiten van erfgoedinstellingen. Juist dan pleit ze voor een zekere historische afstand. Een te afstandelijke en onthechte benadering ontmoedigt leerlingen. En komt het verleden té dichtbij en raken de leerlingen er té zeer bij betrokken, dan worden zij bij hun onderzoek naar het verleden belemmerd om vanuit verschillende perspectieven te kijken. Het onderwijs moet de mate van afstandelijkheid volgens Grever weloverwogen faseren, van minder naar meer afstandelijk.

Erfgoed kan dus waardevolle verwondering toevoegen aan geschiedenisonderwijs en de motivatie bevorderen. Bij het onderwijs over het verleden gaat het echter niet alleen om zien, voelen en beleven, maar ook om nadenken, vragen stellen en het respecteren van feiten. Een weldoordachte combinatie van kritische afstand en tastbaarheid is dan van groot belang.

Enkele conferentieorganisatoren, deels behorend tot het researchteam van het NWO-programma Erfgoededucatie verwoordden het eerder in het Tijdschrift voor Geschiedenis zo: 'Geschiedenisonderwijs en erfgoededucatie mogen dan werken vanuit verschillende kaders en uitgangspunten, ze kunnen elkaar wel versterken. Dat vraagt om regelmatige uitwisseling en onderlinge afstemming.' En dat is nu precies wat er op 6 en 7 juni in Rotterdam gaat gebeuren!

Zijn erfgoededucatie en geschiedenisonderwijs inderdaad onverenigbaar? Of heeft u een andere opvatting? Ik lees het graag in de groep Erfgoededucatie of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Zie ook op Cultuurplein: Brug tussen geschiedenisonderwijs en erfgoededucatie

vrijdag 22 februari 2013

Kwaliteit is... meer dan een invuloefening

Er zijn twee woorden die mijn werkzaamheden sinds het begin van dit jaar hebben bepaald. Weet u welke ik bedoel? Ik laat u niet in spanning. Het gaat om 'afstemmen' en 'kwaliteit'. En dat verbaast u waarschijnlijk niet.

Twee organisaties samenbrengen die in verschillende kennisgebieden werkten, vergt grondige afstemming. Concreet houdt dit in dat mijn managementteam, mijn medewerkers en ikzelf stevig overleg voeren om te zorgen dat onze projecten elkaar niet overlappen, maar juist versterken. En verder: Welke nieuwe kennis gaan we ontwikkelen, en met wie? Hoe maken we de beschikbare kennis over de culturele levensloop of de culturele infrastructuur zo goed mogelijk toegankelijk? En - heel praktisch – hoe voorkomen we dat niet alle grote conferenties in dezelfde maand georganiseerd worden? Kortom, aan het eind van dit afstemmingsproces moet er een samenhangend geheel van op kennis gerichte activiteiten liggen. Alles in goed overleg met belangrijke partners in het werkveld.

En dan kwaliteit. Een woord dat vermoedelijk iedereen van ons zo nu en dan bezighoudt. Want wie streeft geen kwaliteit na in zijn leven? Met dit begrip, in samenhang met de culturele levensloop, als deel van de LKCA-missie, wil ik zorgvuldig omgaan. Want waar gaat het precies om? Om kwaliteit als meetbaar begrip? Om kwaliteit die gebaseerd is op wat de klant van een product of dienst vindt? Om kwaliteit als concept zonder vaststaande inhoud? Iedereen wil beter, iedereen roept dat de kwaliteit omhoog moet, maar wat wil men dan precies?

Het is niet aan het LKCA voor te schrijven wat dé manier is om cultuureducatie of amateurkunst met kwaliteit te realiseren. Daar zijn immers verschillende opvattingen over. Wel zorgen we voor collectieve kennisuitwisseling over wat kwaliteitsvol gevonden wordt, via social media, in publicaties en met bijeenkomsten. Wat u verder van ons mag verwachten zijn gedegen informatie en analyses die bijdragen aan het kennisdebat. Bij dit alles is het belangrijk te bedenken dat kwaliteit om te beginnen af te meten is aan de plaats van cultuureducatie in het curriculum, de professionaliteit van docenten en de leeropbrengsten van leerlingen. En vervolgens aan de deskundigheid en betrokkenheid van schoolleiders, culturele instellingen, besturen, artistiek kader, community arts makers en beleidsbepalers.

Geïnspireerd nog door Valentijnsdag en de vraag 'Liefde is…' vraag ik u nu een keer om een stelling op LinkedIn, te beginnen met: 'Kwaliteit is…'

vrijdag 15 februari 2013

Publieksexpert 2.0

'Horror, radio en 100 jongeren: spannend is het! Goed ook om in jullie begroting te zien dat er al verschillende sponsoren in het project zitten. En dat jullie dvd's gaan verkopen.' Het is een enthousiaste reactie op Kill Your Darlings, een van de ingebrachte projectplannen op Jijmaakthetmee.nl. Een horrorfilmconcept, gemaakt door circa 100 jongeren van 16 tot 25 jaar. Ze schrijven het scenario, spelen de rollen, bedienen de camera en monteren de film. 'Kill your darlings' slaat op de door hen gevormde sympathieke filmkarakters die vervolgens in de film om zeep geholpen worden.

Inmiddels zie ik wel een stuk of veertig projecten op de site van het Fonds voor Cultuurparticipatie staan. Van jazz & poëzie en de doorgeefcamera tot een Keti Koti flashmob en DJ-workshops voor autistische jongeren en met ADHD. Jij maakt het mee is een eigentijdse manier van subsidie vragen en verlenen. Het is gebaseerd op het principe van crowdfunding. Het gaat er hier echter niet om dat deelnemers een bepaald bedrag binnenhalen, maar dat ze sterren verdienen. Een project met 75 sterren komt in aanmerking voor subsidie. En het zijn geen particuliere geldschieters of bedrijven die hun plannen mee financieren, maar het Fonds voor Cultuurparticipatie zelf.

Op de website presenteren deelnemers hun projecten op een laagdrempelige manier en gaan na of er genoeg draagvlak voor is. Bezoekers van de website worden uitgenodigd mee te denken en te beslissen over de ingediende projecten, al zijn de meeste reacties nu nog afkomstig van het Fonds zelf. In de meedenkfase worden vragen gesteld over vorm, inhoud, realiteitszin, begroting en marketing, om makers te stimuleren hun plannen verder te ontwikkelen zodat ze ermee de beslisfase in durven gaan.

Het is een sympathiek initiatief waarin iedereen kan meebeslissen over hoe het fondsbudget wordt verdeeld. En je kunt er de titel publieksexpert mee verdienen, want de adviezen kunnen met een credit worden gewaardeerd door de platformbezoekers. Grappig trouwens dat degenen die de meeste credits hebben vergaard, zelf ook projecten hebben ingediend. Op nummer twee staat bijvoorbeeld onze 'horrorman'. De FCP-aanpak bevindt zich overigens volgens de website nog in de pilotfase. Aan de hand van de ervaringen worden de spelregels aangepast. Een kleinigheid valt me op: als ik de inzendingen lees weet ik niet goed wie de doelgroep is, amateurkunstenaars, kunstvakstudenten, een centrum voor de kunsten…?

Maar, publieksexpert worden, hmmm...
Zal ik ook een kansje wagen?

Voor meer discussie over de (on)mogelijkheden van crowdfunding, zie het Netwerk Amateurkunst en het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 8 februari 2013

Engagement en meesterschap in cultuureducatie

Engagement en meesterschap, deze twee begrippen stonden vorige week centraal op de Vlaamse dag van de cultuureducatie. Vanuit je meesterschap, je professie als leraar, kunstenaar, wetenschapper of filosoof ben je betrokken bij de leerling, de school, de culturele instelling, de maatschappij. Andersom bouw je vanuit engagement, vanuit passie, aan je meesterschap als leerkracht, educatiemedewerker, kunstenaar, theatermaker, filosoof,… We adviseerden onze Vlaamse collega's van CANON Cultuurcel over de samenstelling van hun programma en waren er present.

Gevraagd naar haar betrokkenheid vertelde Joke Schauvliege, de Vlaamse cultuurminister, dat zij zoveel mogelijk mensen in gezinsverband aan cultuur wil laten deelnemen. Zij riep daarvoor speciaal de Kunstendag voor Kinderen in het leven. Iedereen tot 12 jaar kan die dag met ouders, grootouders, broers en zussen bij kunstenorganisaties en cultuurcentra kennismaken met kunst van allerlei aard. De Kunstendag past daarmee prima in de beleidslijn Groeien in cultuur die Schauvliege samen met haar onderwijscollega Pascal Smet heeft ingezet. Voor iedereen boven de 18 jaar is er het vervolg, Doorgroeien in cultuur. En zo zet ook Vlaanderen in op de culturele levensloop.

De projecten van the Reader Organisation bestrijken ook de gehele levensloop. Jane Davis, bevlogen initiator van deze organisatie, wil meer mensen aan het lezen krijgen en zo op allerlei fronten een leesrevolutie teweeg brengen. Voorlezen en hardop lezen hebben volgens Davis positieve effecten op de individuele en sociale ontwikkeling van deelnemers. Maar waar het haar vooral om gaat is dat mensen plezier in lezen hebben. Het Vlaamse ministerie, onder de indruk van de resultaten van haar aanpak, wil ook graag in Vlaanderen op deze manier gaan werken. En zo mensen via lezen inzicht laten verkrijgen in hun eigen leven en weerbaarder maken.

Koen van Mechelen was er ook. Op onnavolgbare wijze sprak deze oude bekende van onze Dag van de cultuureducatie over zijn projecten op het snijvlak van kunst, maatschappij en techniek. Hij had het over zijn CosmoGolem, een houten reus die symbool staat voor helper, redder, steun en toeverlaat voor kinderen en jongeren. In het lege hart van de reus kunnen kinderen en jongeren hun opgeschreven hartenkreten, wensen en dromen kwijt. Van Mechelen droomt op zijn beurt dat er CosmoGolem-beelden over de hele wereld komen te staan om kinderrechten een gezicht te geven.

De Vlaamse dag heeft mij en mijn collega's aan het denken gezet over meesterschap en engagement voor kunst- en cultuuronderwijs. In scholen en cultuurinstellingen kom ik sterk betrokken icc'ers, leerkrachten, opleiders, kunstenaars en educatiemedewerkers tegen. Maar zorgt hun betrokkenheid, hun engagement als vanzelfsprekend ook voor meesterschap? En andersom, draagt meesterschap bij aan engagement?

Voor meer discussie over meesterschap en engagement voor kunst- en cultuuronderwijs, zie het Netwerk Cultuureducatie en het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.

vrijdag 1 februari 2013

Wat moeten leerlingen leren?

Mit, nach, bei, seit, von, zu,… Ik ken ze nog, al jaren niet nodig gehad. In Duitsland of Oostenrijk begrijpen ze me ook als ik een verkeerde naamval gebruik. Ik weet wat fotosynthese is en ik heb geleerd hoe ik logaritmes moet toepassen. Allemaal kennis die ik nooit meer gebruik. Algemene ontwikkeling zult u zeggen. Dat klopt. Helemaal met u eens. En die hoort thuis in het onderwijs.

Het nieuwe leren, al lang zo nieuw niet meer trouwens, richt zich vaak meer op het 'hoe' dan op het 'wat'. Leren leren en weten hoe en waar je informatie en kennis kunt vinden worden nog wel eens belangrijker gevonden dan parate kennis. Deels vind ik dat ook. Maar weten waar je iets kunt vinden is nutteloos zonder parate kennis. Je moet van de hoed gehoord hebben voordat je de rand kunt googlen. Dat werd onlangs bevestigd door Haagse conservatoriumstudenten aan wie ik een gastles gaf. Zij vertelden dat ze het prettiger vonden iets uit hun hoofd te moeten leren dan steeds maar dingen zelf te moeten op zoeken.

Dat betekent overigens niet dat ik vind dat mijn jongens dezelfde parate kennis moeten opdoen als ik vroeger. Ik hoop natuurlijk dat ze meteen 1584 roepen als ik Balthasar Gerards zeg. Maar het totaal aan menselijke kennis groeit volgens sommigen exponentieel, en dat totaal past nooit allemaal in één mensenhoofd of in het onderwijs. De vraag van de Ververs Foundation en SLO vind ik dan ook interessant. Zij loven samen de Ververs Award uit voor het beste antwoord op: 'Wat is in de toekomst voor leerlingen de moeite waard om te leren?'

Parate kennis verwerven in het onderwijs moet, ook over kunst en cultuur. Maar waar hebben we het dan over? Is er een canon van klassiekers – oud en nieuw – die elke leerling in ieder geval moet kennen? Is ons kunstonderwijs actueel genoeg? Multicultureel genoeg? Welke technieken en vaardigheden moeten leerlingen zich ten minste eigen maken? Leren ze voldoende over ontwikkelingen en accenten in kunstuitingen? Voor mij is het nooit genoeg, maar er zijn grenzen. Bij de ontwikkeling van de kennisbases voor de pabo's zag je dat vakspecialisten vaak meer willen dan in het onderwijs mogelijk is. Je eindigt dan met een weinig realistisch, overvol, onderwijsprogramma.

Belangrijke vraag is dus: Wat is voor leerlingen de moeite waard om in het vakgebied kunst en cultuur te leren? En waarom? Hoe verhoudt zich dat tot wat ze buitenschools kunnen leren? Ik zou het leuk vinden als het beste idee voor de Ververs Award van iemand uit ons vakgebied komt.

Voor meer discussie over wat voor leerlingen de moeite waard is om in het vakgebied kunst en cultuur te leren, zie het Netwerk Cultuureducatie en het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.