vrijdag 22 februari 2013

Kwaliteit is... meer dan een invuloefening

Er zijn twee woorden die mijn werkzaamheden sinds het begin van dit jaar hebben bepaald. Weet u welke ik bedoel? Ik laat u niet in spanning. Het gaat om 'afstemmen' en 'kwaliteit'. En dat verbaast u waarschijnlijk niet.

Twee organisaties samenbrengen die in verschillende kennisgebieden werkten, vergt grondige afstemming. Concreet houdt dit in dat mijn managementteam, mijn medewerkers en ikzelf stevig overleg voeren om te zorgen dat onze projecten elkaar niet overlappen, maar juist versterken. En verder: Welke nieuwe kennis gaan we ontwikkelen, en met wie? Hoe maken we de beschikbare kennis over de culturele levensloop of de culturele infrastructuur zo goed mogelijk toegankelijk? En - heel praktisch – hoe voorkomen we dat niet alle grote conferenties in dezelfde maand georganiseerd worden? Kortom, aan het eind van dit afstemmingsproces moet er een samenhangend geheel van op kennis gerichte activiteiten liggen. Alles in goed overleg met belangrijke partners in het werkveld.

En dan kwaliteit. Een woord dat vermoedelijk iedereen van ons zo nu en dan bezighoudt. Want wie streeft geen kwaliteit na in zijn leven? Met dit begrip, in samenhang met de culturele levensloop, als deel van de LKCA-missie, wil ik zorgvuldig omgaan. Want waar gaat het precies om? Om kwaliteit als meetbaar begrip? Om kwaliteit die gebaseerd is op wat de klant van een product of dienst vindt? Om kwaliteit als concept zonder vaststaande inhoud? Iedereen wil beter, iedereen roept dat de kwaliteit omhoog moet, maar wat wil men dan precies?

Het is niet aan het LKCA voor te schrijven wat dé manier is om cultuureducatie of amateurkunst met kwaliteit te realiseren. Daar zijn immers verschillende opvattingen over. Wel zorgen we voor collectieve kennisuitwisseling over wat kwaliteitsvol gevonden wordt, via social media, in publicaties en met bijeenkomsten. Wat u verder van ons mag verwachten zijn gedegen informatie en analyses die bijdragen aan het kennisdebat. Bij dit alles is het belangrijk te bedenken dat kwaliteit om te beginnen af te meten is aan de plaats van cultuureducatie in het curriculum, de professionaliteit van docenten en de leeropbrengsten van leerlingen. En vervolgens aan de deskundigheid en betrokkenheid van schoolleiders, culturele instellingen, besturen, artistiek kader, community arts makers en beleidsbepalers.

Geïnspireerd nog door Valentijnsdag en de vraag 'Liefde is…' vraag ik u nu een keer om een stelling op LinkedIn, te beginnen met: 'Kwaliteit is…'

vrijdag 15 februari 2013

Publieksexpert 2.0

'Horror, radio en 100 jongeren: spannend is het! Goed ook om in jullie begroting te zien dat er al verschillende sponsoren in het project zitten. En dat jullie dvd's gaan verkopen.' Het is een enthousiaste reactie op Kill Your Darlings, een van de ingebrachte projectplannen op Jijmaakthetmee.nl. Een horrorfilmconcept, gemaakt door circa 100 jongeren van 16 tot 25 jaar. Ze schrijven het scenario, spelen de rollen, bedienen de camera en monteren de film. 'Kill your darlings' slaat op de door hen gevormde sympathieke filmkarakters die vervolgens in de film om zeep geholpen worden.

Inmiddels zie ik wel een stuk of veertig projecten op de site van het Fonds voor Cultuurparticipatie staan. Van jazz & poëzie en de doorgeefcamera tot een Keti Koti flashmob en DJ-workshops voor autistische jongeren en met ADHD. Jij maakt het mee is een eigentijdse manier van subsidie vragen en verlenen. Het is gebaseerd op het principe van crowdfunding. Het gaat er hier echter niet om dat deelnemers een bepaald bedrag binnenhalen, maar dat ze sterren verdienen. Een project met 75 sterren komt in aanmerking voor subsidie. En het zijn geen particuliere geldschieters of bedrijven die hun plannen mee financieren, maar het Fonds voor Cultuurparticipatie zelf.

Op de website presenteren deelnemers hun projecten op een laagdrempelige manier en gaan na of er genoeg draagvlak voor is. Bezoekers van de website worden uitgenodigd mee te denken en te beslissen over de ingediende projecten, al zijn de meeste reacties nu nog afkomstig van het Fonds zelf. In de meedenkfase worden vragen gesteld over vorm, inhoud, realiteitszin, begroting en marketing, om makers te stimuleren hun plannen verder te ontwikkelen zodat ze ermee de beslisfase in durven gaan.

Het is een sympathiek initiatief waarin iedereen kan meebeslissen over hoe het fondsbudget wordt verdeeld. En je kunt er de titel publieksexpert mee verdienen, want de adviezen kunnen met een credit worden gewaardeerd door de platformbezoekers. Grappig trouwens dat degenen die de meeste credits hebben vergaard, zelf ook projecten hebben ingediend. Op nummer twee staat bijvoorbeeld onze 'horrorman'. De FCP-aanpak bevindt zich overigens volgens de website nog in de pilotfase. Aan de hand van de ervaringen worden de spelregels aangepast. Een kleinigheid valt me op: als ik de inzendingen lees weet ik niet goed wie de doelgroep is, amateurkunstenaars, kunstvakstudenten, een centrum voor de kunsten…?

Maar, publieksexpert worden, hmmm...
Zal ik ook een kansje wagen?

Voor meer discussie over de (on)mogelijkheden van crowdfunding, zie het Netwerk Amateurkunst en het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 8 februari 2013

Engagement en meesterschap in cultuureducatie

Engagement en meesterschap, deze twee begrippen stonden vorige week centraal op de Vlaamse dag van de cultuureducatie. Vanuit je meesterschap, je professie als leraar, kunstenaar, wetenschapper of filosoof ben je betrokken bij de leerling, de school, de culturele instelling, de maatschappij. Andersom bouw je vanuit engagement, vanuit passie, aan je meesterschap als leerkracht, educatiemedewerker, kunstenaar, theatermaker, filosoof,… We adviseerden onze Vlaamse collega's van CANON Cultuurcel over de samenstelling van hun programma en waren er present.

Gevraagd naar haar betrokkenheid vertelde Joke Schauvliege, de Vlaamse cultuurminister, dat zij zoveel mogelijk mensen in gezinsverband aan cultuur wil laten deelnemen. Zij riep daarvoor speciaal de Kunstendag voor Kinderen in het leven. Iedereen tot 12 jaar kan die dag met ouders, grootouders, broers en zussen bij kunstenorganisaties en cultuurcentra kennismaken met kunst van allerlei aard. De Kunstendag past daarmee prima in de beleidslijn Groeien in cultuur die Schauvliege samen met haar onderwijscollega Pascal Smet heeft ingezet. Voor iedereen boven de 18 jaar is er het vervolg, Doorgroeien in cultuur. En zo zet ook Vlaanderen in op de culturele levensloop.

De projecten van the Reader Organisation bestrijken ook de gehele levensloop. Jane Davis, bevlogen initiator van deze organisatie, wil meer mensen aan het lezen krijgen en zo op allerlei fronten een leesrevolutie teweeg brengen. Voorlezen en hardop lezen hebben volgens Davis positieve effecten op de individuele en sociale ontwikkeling van deelnemers. Maar waar het haar vooral om gaat is dat mensen plezier in lezen hebben. Het Vlaamse ministerie, onder de indruk van de resultaten van haar aanpak, wil ook graag in Vlaanderen op deze manier gaan werken. En zo mensen via lezen inzicht laten verkrijgen in hun eigen leven en weerbaarder maken.

Koen van Mechelen was er ook. Op onnavolgbare wijze sprak deze oude bekende van onze Dag van de cultuureducatie over zijn projecten op het snijvlak van kunst, maatschappij en techniek. Hij had het over zijn CosmoGolem, een houten reus die symbool staat voor helper, redder, steun en toeverlaat voor kinderen en jongeren. In het lege hart van de reus kunnen kinderen en jongeren hun opgeschreven hartenkreten, wensen en dromen kwijt. Van Mechelen droomt op zijn beurt dat er CosmoGolem-beelden over de hele wereld komen te staan om kinderrechten een gezicht te geven.

De Vlaamse dag heeft mij en mijn collega's aan het denken gezet over meesterschap en engagement voor kunst- en cultuuronderwijs. In scholen en cultuurinstellingen kom ik sterk betrokken icc'ers, leerkrachten, opleiders, kunstenaars en educatiemedewerkers tegen. Maar zorgt hun betrokkenheid, hun engagement als vanzelfsprekend ook voor meesterschap? En andersom, draagt meesterschap bij aan engagement?

Voor meer discussie over meesterschap en engagement voor kunst- en cultuuronderwijs, zie het Netwerk Cultuureducatie en het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.

vrijdag 1 februari 2013

Wat moeten leerlingen leren?

Mit, nach, bei, seit, von, zu,… Ik ken ze nog, al jaren niet nodig gehad. In Duitsland of Oostenrijk begrijpen ze me ook als ik een verkeerde naamval gebruik. Ik weet wat fotosynthese is en ik heb geleerd hoe ik logaritmes moet toepassen. Allemaal kennis die ik nooit meer gebruik. Algemene ontwikkeling zult u zeggen. Dat klopt. Helemaal met u eens. En die hoort thuis in het onderwijs.

Het nieuwe leren, al lang zo nieuw niet meer trouwens, richt zich vaak meer op het 'hoe' dan op het 'wat'. Leren leren en weten hoe en waar je informatie en kennis kunt vinden worden nog wel eens belangrijker gevonden dan parate kennis. Deels vind ik dat ook. Maar weten waar je iets kunt vinden is nutteloos zonder parate kennis. Je moet van de hoed gehoord hebben voordat je de rand kunt googlen. Dat werd onlangs bevestigd door Haagse conservatoriumstudenten aan wie ik een gastles gaf. Zij vertelden dat ze het prettiger vonden iets uit hun hoofd te moeten leren dan steeds maar dingen zelf te moeten op zoeken.

Dat betekent overigens niet dat ik vind dat mijn jongens dezelfde parate kennis moeten opdoen als ik vroeger. Ik hoop natuurlijk dat ze meteen 1584 roepen als ik Balthasar Gerards zeg. Maar het totaal aan menselijke kennis groeit volgens sommigen exponentieel, en dat totaal past nooit allemaal in één mensenhoofd of in het onderwijs. De vraag van de Ververs Foundation en SLO vind ik dan ook interessant. Zij loven samen de Ververs Award uit voor het beste antwoord op: 'Wat is in de toekomst voor leerlingen de moeite waard om te leren?'

Parate kennis verwerven in het onderwijs moet, ook over kunst en cultuur. Maar waar hebben we het dan over? Is er een canon van klassiekers – oud en nieuw – die elke leerling in ieder geval moet kennen? Is ons kunstonderwijs actueel genoeg? Multicultureel genoeg? Welke technieken en vaardigheden moeten leerlingen zich ten minste eigen maken? Leren ze voldoende over ontwikkelingen en accenten in kunstuitingen? Voor mij is het nooit genoeg, maar er zijn grenzen. Bij de ontwikkeling van de kennisbases voor de pabo's zag je dat vakspecialisten vaak meer willen dan in het onderwijs mogelijk is. Je eindigt dan met een weinig realistisch, overvol, onderwijsprogramma.

Belangrijke vraag is dus: Wat is voor leerlingen de moeite waard om in het vakgebied kunst en cultuur te leren? En waarom? Hoe verhoudt zich dat tot wat ze buitenschools kunnen leren? Ik zou het leuk vinden als het beste idee voor de Ververs Award van iemand uit ons vakgebied komt.

Voor meer discussie over wat voor leerlingen de moeite waard is om in het vakgebied kunst en cultuur te leren, zie het Netwerk Cultuureducatie en het Netwerk Amateurkunst op LinkedIn.