'Bei Mir Bistu Shein' klonk het speels in het Haagse Koorenhuis. Twee leerlingen op viool, begeleid door piano, ontvingen ons muzikaal voor het gesprek met Jet Bussemaker over een toekomstbestendige infrastructuur voor de kunsteducatie. Het was een van de vele gesprekken die zij voert om haar beleidsbrief over cultuur nader vorm te geven en haar ideeën te toetsen.
Met het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit ligt er de komende jaren bij de drie overheden veel beleidsnadruk op cultuuronderwijs op de basisschool. Het programma vraagt om samenwerking tussen scholen en de buitenschools werkende culturele instellingen, zoals professionele kunstinstellingen, centra voor de kunsten en jeugdtheaterscholen. Om de brug te slaan tussen school en instelling zijn icc'ers en cultuurcoaches van groot belang. De deelnemers hielden dan ook een pleidooi voor het verruimen van het aantal cultuurcoaches en riepen op zeker niet te bezuinigen op deze functie. Dat sprak Bussemaker wel aan, omdat zij als staatssecretaris zes jaar geleden aan de wieg ervan stond.
Gesubsidieerde instellingen zoals centra voor de kunsten zijn de afgelopen tijd in zeer zwaar weer beland. Veel gemeenten bezuinigen op deze instituties; in sommige gemeenten is de subsidie zelfs beëindigd. Talentontwikkeling in de kunsten van kinderen en jongeren in de vrije tijd wordt in veel gevallen nog wel gesubsidieerd, maar de vorm daarvan verschilt nogal. En voor cursussen voor volwassenen is de trend dat ze kostendekkend moeten zijn .
Gemeenten als Veghel en Den Haag bezuinigen niet op cultuureducatie, zo vertelden beide wethouders in het Koorenhuis, maar voor kunstbeoefening in de vrije tijd ligt het anders. Volgens branchevereniging Kunstconnectie bedraagt de bezuiniging alleen al op de centra voor de kunsten in 2013 ca. 20% (€ 16 miljoen), tot 2015 loopt dat op tot 25% (€ 20 miljoen). Adviseurs van BMC wezen al op de bezuinigingen op cultuur door de decentralisatie van verzorgingstaken van de rijksoverheid naar gemeenten. Financiële risico's die laatstgenoemde taken met zich meebrengen dwingen gemeenten om op de cultuurbegroting te bezuinigen.
Op de vraag van de minister wat zij voor buitenschoolse kunsteducatie zou moeten doen, antwoordden de deelnemers: elke overheid moet blijven toezien op een lokale infrastructuur voor kunstbeoefening waarin iedereen naast en na school de mogelijkheid houdt om zijn talent verder te ontwikkelen en te verdiepen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld ruimtes en andere faciliteiten beschikbaar stellen om kunstbeoefening in de vrije tijd te stimuleren. Want wat je nu in de culturele infrastructuur wegbezuinigt, komt nooit meer terug – in welke vorm dan ook!
Wat vindt u dat minister Bussemaker zou kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige infrastructuur voor kunsteducatie? Ik lees uw antwoorden graag op linkedin in het netwerk Cultuureducatie of in het netwerk Amateurkunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten